Verandermanagement is een zeer delicaat proces. Als verandermanager word je geacht veel empatisch vermogen te hebben om in te kunnen schatten wat je kunt oplossen via groepsprocessen en wanneer een persoonlijke interventie noodzakelijk is. En in dat laatste geval moet je ook inschatten hoe de belevingswereld van de betrokkene(n) in elkaar zit. De juiste toon bij de juiste persoon, dat is waar het op aan komt. De betrokkene confronteren met de werkelijkheid is weinig zinvol, want deze werkelijkheid bestaat niet voor hem of haar.

Inhoud van de training verandermanagement:

Deel 1 - Eenvoudige veranderingen

• Eenvoudige veranderingen doorvoeren:
  
  • Verloop veranderproces
  • De impuls
  • Unfreeze
  • Refreeze
    
• Redenen voor weerstand tegen verandering:
  
  • Parochiaal eigenbelang
  • Misverstand
  • Lage tolerantie van verandering
  • Verschillende beoordelingen van de situatie
    
• Zes aanpakken om weerstand tegen verandering te behandelen:
  
  • Onderwijs en communicatie
  • Participatie en betrokkenheid
  • Faciliteren en steunen
  • Onderhandeling en overeenkomst
  • Manipulatie
  • Expliciete en impliciete dwang
    

Deel 2 - Complexe veranderingen

• Complexe verandering doorvoeren: 8 fasen van verandering (Kotter):
  
  • Urgentiebesef vestigen:
    
    • Een (kleine) crisis veroorzaken
    • Toonbeelden van overdaad verwijderen
    • Doelstellingen (te ver) verhogen
    • Integrale prestatiemaatstaven in plaats van 'enge' doelen
    • Negatieve informatie
    • Ontevreden stakeholders aan het woord
    • Adviseurs inschakelen
    • Bedrijfsproblemen eerlijk en open bespreken
    • Informatie over toekomstige kansen
      
  • De leidende coalitie vormen:
    
    • Een 'zware' coalitie vormen
    • Voldoende deskundigheid aanwezig?
    • Voldoende geloofwaardigheid?
    • Voldoende leiderschap?
      
  • Een visie en strategie ontwikkelen:
    
    • Het ontwerp van de visie en strategie
    • Rol van de leidende coalitie
    • Het belang van teamwork
    • Gevoel versus logica
    • Het eindproduct visie en strategie
      
  • De veranderingsvisie communiceren:
    
    • Hou het eenvoudig
    • Metaforen, voorbeelden en analogie
    • De kracht van herhaling
    • Het goede voorbeeld geven
    • Uitleg bij inconsequenties
    • Geven en nemen
      
  • Een breed draagvlak voor de verandering creëren:
    
    • Een zinnige visie en strategie communiceren
    • Betrokkenheid van het middle management
    • Veranderingen faciliteren
    • Medewerkers motiveren
      
  • Korte-termijnsuccessen genereren:
    
    • Bewijzen leveren dat de transformatie de offers waard is
    • De 'change agents' complimenteren
    • De visie en strategieen blijvend scherp helpen stellen
    • Tegenwicht bieden aan cynici en zelfzuchtige dwarsliggers
    • Leiders aan boord houden
    • Stuwkracht ontwikkelen:
      
      • Van onverschillige mensen voorstanders maken
      • Van weifelende voorstanders actieve helpers maken
        
  • Verbeteringen consolideren en meer verandering tot stand brengen
  • Nieuwe benaderingen verankeren in de cultuur
    

Deel 3 - Mensen en veranderingen

• Ego's kunnen dodelijk zijn voor veranderprocessen
• Ego en cognitieve dissonantie
• Omgaan met het ego van een medewerker
• Een alternatieve veranderaanpak bij individuele personen:
  
  • Communicatie en communicatievaardigheden
  • Tijdigheid en openheid
  • Herhaling
  • Herkenbaarheid
  • Rol van het management
  • Situationeel management

Naast de in de inhoudsopgave genoemde taakspecifieke competenties, komen in deze training ook de volgende gedragscompetenties uit het Ace! Competentie Ontwikkelingsmodel® aan de orde:

• Interactie: mondelinge communicatie, mondelinge presentatie, schriftelijke communicatie, luisteren, sensitiviteit, overwicht, samenwerken, onderhandelen, assertiviteit, overtuigingskracht, sociabiliteit, conflicthantering, confronteren, gespreksvaardigheid.
• Leiding geven: taakgericht leidinggeven, mensgericht leidinggeven, plannen en organiseren, groepsgericht leidinggeven, delegeren, voortgangsbewaking.
• Persoonlijkheid: aanpassingsvermogen, flexibiliteit, durf, stressbestendig, vasthoudendheid.
• Motivatie: initiatief, inzet, ambitie, resultaatgerichtheid, zelfmanagement, organisatieloyaliteit, integriteit, discipline.
• Analyse en besluitvorming: probleemanalyse, oordeelsvorming, accuratesse, besluitvaardigheid, organisatiesensitiviteit, omgevingsbewustzijn, cognitief en interactief leervermogen, innovatie, creativiteit, visie.