Na deze training beschikken de deelnemers over:

• Praktische tools met betrekking tot assertief en situationeel leidinggeven
• Essentiële vaardigheden die zij nodig hebben in het communicatieproces als leidinggevende
• Vaardigheden die hen in staat stellen de verschillende typen medewerkers succesvol te laten zijn
• Inzicht in de toepassing van de 8 managementrollen

In deze training komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Deel 1, managementrollen

• Test: managementrollentest
• De verschillende managementrollen:
  
  • De mentorrol:
    
    • Inzicht in uzelf en anderen
    • Effectief communiceren
    • Ontwikkeling van ondergeschikten
      
  • De stimulatorrol:
    
    • Teambuilding
    • Participerende besluitvorming gebruiken
    • Conflict managen
      
  • De controleursrol:
    
    • Controleren van het eigen functioneren
    • Controleren van het collectief functioneren
    • Controleren van het functioneren van de organisatie
      
  • De coördinatorrol:
    
    • Projectmanagement
    • Taken ontwerpen
    • Crossfunctioneel management
      
  • De bestuurdersrol:
    
    • Een visie hebben, plannen, en doelen stellen
    • Ontwerpen en organiseren
    • Effectief delegeren
      
  • De producentenrol:
    
    • Productief werken
    • Een productieve werkomgeving bevorderen
    • Tijd- en stressmanagement
      
  • De bemiddelaarsrol:
    
    • Een machtsbasis opbouwen en handhaven
    • Onderhandelen over inzet en overeenstemming
    • Ideeën presenteren: effectief mondeling presenteren
      
  • De innovatorrol:
    
    • Leven met verandering
    • Creatief denken
    • Management van veranderingen

Deel 2, situationeel management

• Test: stijl van leidinggeven
• Situationele aansturing van medewerkers met een:
  
  • Hoge deskundigheid, hoge motivatie
  • Hoge deskundigheid, lage motivatie
  • Lage deskundigheid, hoge motivatie
  • Lage deskundigheid, lage motivatie
    
• Hoe medewerkers redeneren: insight types
• Hoe medewerkers communiceren: DAS-model

Deel 3, de assertieve manager

• Test: assertiviteit
• Assertief communiceren als manager:
  
  • Assertieve luistervaardigheden:
    
    • Aandachtgevend gedrag
    • Vragen stellen
    • Parafraseren van de inhoud
    • Reflecteren van gevoelens
      
  • Assertieve spreekvaardigheden:
    
    • Feitelijke informatie geven
    • Een ordelijke structuur en een eenvoudige stijl
    • Bekende woorden en duidelijke formuleringen
    • Bondigheid en aantrekkelijkheid van informatie
    • Regels bij informatie geven
      
  • Uiting geven aan persoonlijke gedachten en gevoelens:
    
    • Problemen bij uiting van persoonlijke gevoelens
    • Richtlijnen bij uiting van persoonlijke gevoelens
      
  • Bezwaar maken, kritiek geven en reageren op kritiek:
    
    • Bezwaar maken en reageren op bezwaren
    • Kritiek geven en reageren op kritiek
      
  • Assertieve gesprekssturing:
    
    • Gespreksopening en vaststellen doelen
    • Terugkoppeling naar (begin)doelen
    • Situatie verduidelijken
    • Hardop denken
    • Afsluiten van een gesprek
      
  • Assertief gedrag:
    
    • Assertiviteit, subassertiviteit en agressiviteit
    • Samenhang gedrag, gedachten en gevoelens
    • Ontstaan van assertief gedrag
    • Verzoeken doen en opdrachten geven
    • Reageren op een verzoek of opdracht

Deel 4, managementdilemma's

• Dilemma's van de manager:
  
  • Hoe gebruik ik mijn hiërarchisch overwicht?
  • Hoe formeel of informeel moet ik me gedragen?
  • Wanneer moet ik corrigerend optreden?
  • Een onaangename beslissing. Wat nu?
  • Wat te doen met signalen van ontevredenheid, bezorgdheid en stress?

Naast de in de inhoudsopgave genoemde taakspecifieke competenties, komen in deze training ook de volgende gedragscompetenties uit het Ace! Competentie Ontwikkelingsmodel® aan de orde:

• Interactie: mondelinge communicatie, mondelinge presentatie, overwicht, samenwerken, overtuigingskracht, sociabiliteit, conflicthantering, confronteren, gespreksvaardigheid.
• Leiding geven: taakgericht leidinggeven, mensgericht leidinggeven, plannen en organiseren, groepsgericht leidinggeven, delegeren, voortgangsbewaking.
• Persoonlijkheid: aanpassingsvermogen, vasthoudendheid.
• Motivatie: initiatief, inzet, ambitie, resultaatgerichtheid, zelfontwikkeling, zelfmanagement, organisatieloyaliteit, discipline.
• Analyse en besluitvorming: probleemanalyse, oordeelsvorming, besluitvaardigheid, organisatiesensitiviteit, omgevingsbewustzijn, cognitief en interactief leervermogen, innovatie, visie.